Verslag van de Spieren voor Spieren City Run
Verslag van de Spieren voor Spieren City Run op 6 april 2014 in Hilversum
Een paar weken hebben we mogen genieten van zonovergoten warm weer. Waar de een het moeilijk had met de warmte, liep ik steeds sterker. Met de marathon van Rotterdam voor de deur was het me niet ontgaan dat het de bedoeling is dat je een week van tevoren nog een 10km wedstrijd loopt, wat zowel mentaal als fysiek een primer is. Hoewel ik de afgelopen 2 jaar de Run for KiKa heb gelopen, heb ik dit jaar besloten zowel het nodige met het aangename verenigen uit te komen met Spieren voor Spieren. Een dag voor de wedstrijd komt vlug nog een donatie van Mattijs van Dulkenraad die diezelfde loop gaat doen waardoor niet alleen mijn donatiepot wat voller wordt, maar ook mijn shirtje voor de Rotterdam Marathon (doneren is krabbelen op m'n shirtje).
In de afgelopen week heb ik het nogal bont gemaakt in de trainingen door van alles nog te proberen om maar efficienter om te gaan met energie. Dit alles is me op een tweetal gevoelige kuiten komen te staan waar de nacht voor de loop nog eens aan iedere zijde een krampaanval het geheel niet echt heeft geholpen. Met een ontbijt dat inmiddels tot het standaard repertoire is gaan horen op de dag van een wedstrijd rijd ik vol goede moed naar Hilversum om vervolgens na een korte bustocht aan te komen bij de plek waar het allemaal gaat gebeuren. Snel omkleden is er niet bij, want ik raak hopeloos verdwaald en zelfs na 3 keer de weg wijzen, loop ik de parkeergarage in.
Uiteindelijk vind ik alsnog de kleedruimte en neem ik m'n voorbestelde shirtje in ontvangst. De opdracht is simpel. Niet al te veel nadenken, maar gewoon de trainingsschema afwerken. Ik begin dus met het warmlopen en vind redelijk vlot de Kenianen waar ik beetje in de buurt loop en misschien nog wat verder, omdat ik het parcour niet ken. Een van de vrijwilligers waarschuwt dat er zo kinderen komen, maar was onder de indruk dat die al waren geweest. Nou maak ik vaker grappen over Smurfen (zijn we er al, Grote Smurf?), maar ik ben er eindelijk achter hoe Gargamel zich voelt als 10 Smurfendorpen zich tegelijkertijd om hem heen langsvliegen waarbij 1 tegen een lantaarnpaal aan loopt. Hoewel voor hem de run in geest (en misschien ook lichaam) af was gelopen, werd het wel tijd om in de startvakken te gaan staan waar Mattijs zich al had opgesteld.
Na wat gemorrel over dat je echt niet op de tijdmat mag staan, klinkt toch echt het startschot en met Safri Duo's Play-a-live schieten we uit de startblokken. Ik zie Mattijs wegschieten en blijf op eigen tempo lopen, hoewel die de eerste kilometer te snel is. Na de kilometer word ik ingehaald door Max. Max schijnt bekend te zijn in Hilversum, want elke vrijwilliger moedigt hem specifiek aan waardoor mijn doel gezet is. Max moet, koste wat kost, achter mij finishen. Een tweetal kilometers verder blijken meerdere lopers in hetzelfde tenue van Max zich bij hem gevoegd te hebben en lopen we langs een waterpost. Met een relatief oninteressante temperatuur, verhoudingsgewijs korte afstand en nogal korte tijd dat we nog maar lopen, schiet ik door het midden. Net als Max en zijn teamgenoten.
De hoeveelheid muziekstands zijn bijzonder. Orkesten, live optredens van een band, diverse muziek, trommels en zelfs een draaiorgel passeren de revue. De momenten dat je zonder muziek loopt, zijn eigenlijk vrij kort en de ogen zijn toch vooral op Max gericht die uit lijkt te lopen. Na de eerste ronde lijkt zijn voorsprong ongeveer 100 meter te zijn en ik besluit de tempo wat op te schroeven. Ik zie vanuit mijn ooghoek iemand uitstappen en bedenk me dat hoewel de run eigenlijk niet zo bijzonder interessant is, dat het wel een doel dient: Marathontraining en het goede doel. Een kilometer verder haal ik de eerste loper in die eerst aan het uitlopen was. Max is ook wat teruggezakt, dus hij heeft boven zijn kunnen de eerste ronde gelopen. Als ik mijn energie voldoende spreid, haal ik hem wel in.
Na 7 kilometers ontkom ik niet aan het gevoel dat Max de dame achter hem aan het hazen is. Doordat hij naar bekenden aan het fluiten is, is Max beetje zijn kredietwaardigheid kwijt. Als je tijd hebt om dat te doen, had je harder kunnen lopen. Ik haal hem dus versneld in en stel gelijk het volgende doel. Een dame die een stukje voor hem loopt. Inmiddels roepen de vrijwilligsters me bij naam (ja, die staat op m'n startnummer, maar zij hebben die niet, dus geen flauw idee wie dat nou waren. Jammer, jammer) en ik blijf volharden dat ik geen water wil. Ik wil voor Max finishen, ik wil die dame inhalen, ik wil die medaille aan de finish, m'n training afronden en dat Mattijs even m'n shirt vol laten krabbelen.
Na 8 kilometer lopen de dame en ik zij aan zij en ik haal haar binnendoor in. In de hoop dat ze mij niet inhaalt, versnel ik klein beetje de pas op They don't care about us. Ze komt wel mee, dus het zal op de laatste meters aankomen. We hebben een vrijwilligster die ons toeroept dat we nog 800 meter hebben. 2 rondjes op de baan. Ze haalt me langzaam maar zeker in en ik moedig haar aan om vast vooruit te gaan. Ik kom er zo aan. Inmiddels zijn we langs de 400 meter gekomen en in een flashback van de vorige training speel ik de training na. Ietsje versnellen om bij te blijven, maar is nog niet genoeg. Bij de laatste haakse bocht met een bord 200 meter is het erop of eronder. Ik versnel tot sprintsnelheid en haal haar in. Ik hoor in de verte de omroeper mijn volle naam noemen en zie de finish op me afkomen alsof ik de laatste bocht op de baan uitkom. Alsof het een herhaling was, ga ik er van uit dat ze nog probeert me in te halen en dat ik alles op alles moet zetten om haar achter me te houden en alles daar voor moet wijken. Ik passeer de finish met kangaroesprongen en druk m'n horloge af. Max is in geen velden of wegen te bekennen en ik heb mijn medeloopster achter me gehouden. Ook is van mijn PR weinig over gebleven, want mijn horloge meldt dat ik met 42 minuten klaar ben.
Mijn kuiten laten weten dat ze het er niet mee eens zijn wat ik gedaan heb en dat ik die 25 minuten die nog op het programma stonden, op mijn buik kan schrijven. Ik probeer nog vlug Mattijs te vinden, maar zie hem in de meute niet. Ik laat mijn kuiten beetje martelen door de masseurs en ga daarna op zoek naar Mattijs. Die blijkt een erg nette 36:35 neergezet te hebben. Ik laat hem nog mijn shirt volkrabbelen. Omgekleed en wel trek ik naar huis met het gevoel dat die Rotterdam Marathon me niet snel genoeg kan zijn.