Struikelend op spikes; niet vooruit te kakken op de Duinrellcross
Column over de Sparta Duinrellcross op 5 november 2005 in Wassenaar door Jan Fokke Oosterhof.
Struikelend op spikes; niet vooruit te kakken op de Duinrellcross
Door Jan Fokke OosterhofLeiden, 5 november 2005, zaterdagochtend, 10.30 uur – Ik fiets op mijn ATB richting Wassenaar om mee te gaan doen aan komt ie, komtiedanhé…: de ‘1 van de 4 De Hardloopwinkel Sparta Duinrellcross’. Ik hoop maar dat de wedstrijd niet net zo zwaar is, als de naam lang is. Eén van de redenen dat ik me vandaag in het crossgewoel stort, is een initiatief binnen onze loopgroep bij Leiden Atletiek om atleten aan het crossen te krijgen (bij deze geslaagd!). Enkele enthousiastelingen hebben het, komt ie, komtiedanhé…: Drie Paleizen Cross Cup Cirquit 2005/2006 opgezet (DPCC 2005/06), een handvol crossen, waarvan je er minimaal vijf moet hebben gelopen en dan krijg je bij elke cross de plek die je hebt behaald minus het aantal punten, gedeeld door 23, in omgekeerde volgorde gedeeld door de anderen die zich plaatsen! Het is duidelijk, hier is over nagedacht, hier moet je aan meedoen, ik ga crossen, ook al heb ik er een ongebreidelde bloedhekel aan (en dat is zacht uitgedrukt!). Ik ben in lopersjargon op een cross niet vooruit te kakken. Ik haat het. Zo, dat is eruit, we kunnen verder.
Vol goede moed rijd ik op de ATB van huis weg om in de Breestraat reeds overvallen te worden door de eerste bui. U leest het goed, als ik eerste zeg, dan volgen er vast meer denkt u. Klopt! Bui twee volgt enkele minuten later en wanneer ik Wassenaar binnenrijdt, zit ik volstrekt doorweekt, klappertandend en achterstevoren van ellende op mijn bolide, met op mijn voorhoofd een zonnenbril (optimist) over mijn kletsnatte muts (dat dan weer wel).
De start vindt plaats bij de Hertenkamp. Op de kaart vind ik echter alleen de Hartenkamp (met een a, maar die (of dat) ligt iets zuidelijker en aangezien het de Duinrellcross betreft, zal het toch allicht iets met het gelijknamige parkje van doen hebben, ook aangezien je vrijkaartjes voor het Tikibad kan krijgen.
Vlakbij Duinrell loop ik gelukkig! Jaap van Duyvenvoorde uit mijn trainingsgroep tegen het lijf om te vernemen dat ie t ook niet weet. Navraag bij de ingang leert dat we rechts moeten aanhouden en er dan vanzelf tegenaan lopen. Het is reeds aardig druk en de kindercross gaat zo los. Ik ontwaar Fred Regeer en Vincent Anker: het gaat (nu al) een gezellige dag worden. Vincent is zoals altijd bloednerveus want hij wil de prestigieuze gele trui winnen in het DPCC 2005/06. Ook hij en Fred zijn dus reeds gezwicht voor dit succesvolle initiatief.
Samen met Vincent, Fred, Jaap en Paul, een nieuwe loot aan de Mustapha-tree loop ik het rondje in. Het parcours doet in eerste instantie geschikt aan voor spikes, zij het dat we een weggetje moeten oversteken, waar geen matten liggen. Veel bladeren verder, zoveel dat ik als een idioot op een berg van 1 meter hoogte afren, onderwijl uitroepend: ‘Vinnie, Vinnie, da wordt een echt technisch crossje!’, waarna ik me voorover in de bladeren op mijn muil laat donderen, hetgeen de nodige hilariteit oplevert onder mijn medelopers, om niet te zeggen: Vincent komt niet meer bij en staat in z’n broek te plassen van het lachen. Ik hoop maar dat t zijn prestaties negatief beinvloedt, want hij gaat weer vlammen (misschien doet ie zelfs zijn Brooks Burns wel aan en dan is ie niet te verslaan). Meteen heb ik mijn reputatie als anticrosser weer helemaal nieuw leven ingeblazen.
Toen ik drie jaar geleden weer begon bij Leiden Atletiek debuteerde ik op het NK cross in Harderwijk. Vanaf de start viel me op dat iedereen het nodig vond om het eerste rondje van 400 meter door het slijk te sprinten. Fier hief ik het hoofd en bleef in het spoor van Kamiel en zijn maatjes. Onthutst moest ik concluderen dat men het nodig vond om het tweede rondje nog net iets harder door het slijk te raggen. De verbijstering was compleet toen het derde – en langere rondje – nog net iets harder ging. Inmiddels zag mijn verschijning er toegetakeld uit. Zwalkend en kwijlend gleed ik door de modder als een dronken evenwichtskunstanaar, het hoofd getekend door een mix van snot, zweet en bagger – onderwijl door iedereen voorbijgespurt. Al maar langzamer kroop ik voort over het bospad, tot ik moest concluderen dat er nog slechts een ATB-er achter me zat. Dat kon twee dingen betekenen. 1. Ik liep zo hard dat ie me niet kon passeren, hetgeen ik meteen vrij onwaarschijnlijk achtte (zo helder was ik nog net wel) of 2. Dit vormde een soort ‘bezemfiets’. Deze tweede optie leek me logischer, ook gezien het Arnold Schwarzeneggerachtige voorkomen van de betreffende persoon, hetgeen een (nog) krachtiger fietstred mogelijk moest kunnen maken. Ik liet me niet kennen, hief fier het hoofd en trimde verder. Links van me hoorde ik mijn naam roepen. Ik keek en zag Stan Klink uit mijn trainingsgroep. Direct bij het draaien van mijn hoofd, bleef echter het puntje rechtsvoor onder mijn linkerspike achter een boomwortel steken die ik op dat moment even uit het oog had verloren. Ik tuimelde door de lucht, maakte een 360-graden flikflak om met een misselijkmakende klap het bospad te beschadigen (ik bleef echter gedurende de hele exercitie lachen naar Stan). De fietser riep een lelijk woord, schampte de bosjes en kwam piepend tot stilstand. Vlug raapte ik mijzelf bijeen, krabbelde op en hervatte mijn looppogingen, onderwijl schichtig om me heen kijkend om te achterhalen hoeveel toeschouwers van dit debacle getuige waren geweest. Eén blik was voldoende om te kunnen constateren dat het er tientallen waren, getuige de verschrikte, maar vooral grijnzende koppen. Arnold vroeg me korzelig of ik van plan was de wedstrijd nog uit te lopen. Vol adrenaline was ik scherp van repliek: ‘ik ben niet dat hele takke-eind van Leiden naar Harderwijk gekacheld om hier te verzaken!’, wat dacht ie wel niet. De fietser haalde nors zijn schouders op en ging met een duizelingwekkende spurt door de zandverstuiving achter de op-één-na-laatste-loper aan. Angstig gaf ik gas, hopend dat de finish nog open zou zijn. Prestatie: (gehavend) laatste op de korte cross van het NK Cross Harderwijk 2003. Later heb ik gekeken in de uitslagen van de dames, in de hoop dat ik daar nog een figuur zou slaan, maar dat zou niet veel beter zijn (ook laatste, met stip en afstand).
Deze uitweiding om even mijn liefdevolle band met het fenomeen crossjes uiteen te zetten. Het parcours bevat hier in Wassenaar een ronduit afschrikkende steile helling (dat hadden ze in Harderwijk niet eens…). Na ongeveer een kilometer volgt een beklimming van de buitengewone categorie. Het schelpenpad rijkt omhoog zover het oog kan zien en ik voorzie weinig goeds. De afdaling edoch is er een naar mijn hart, eentje om je vingers bij af te likken: met ware doodsverachting zal ik me straks in deze smalle geul door het mulle zand naar beneden storten. Vincent constateert direct dat ik hier in het voordeel zal zijn met mijn beruchte afdaalcapaciteiten. Piepend rent hij naar beneden. Het is me nog onduidelijk of hij nu hoogtevrees heeft, of niet.
Na de start vormt zich direct een kopgroep. Ik zit er net achter en het gaat makkelijk, al mis ik de feeling. Ik kan Vincent in het wiel blijven, hetgeen me enigszins verbaast. Edoch, het venijn zit hem in de beklimming. Ik zie Vinnie zienderogen uit het oog verdwijnen samen met Tim Brouwer de Koning en kornuiten. Met een kloppende kop klepper ik op spikes het knisperige schelpenpad over (SHIT! Fokke jongen, poëet, waar haal je het vandaan!). De crosshaat steekt in volle hevigheid weer de kop op en ik verbijt me als ik mijn trainer grijnzend langs de kant ontwaar op de top. Ik draai rechtsaf het bos in en krijg direct een tweetal takken tegen mijn kop gezwiept, twee sneetjes in mijn wang achterlatend als tijdelijke herinnering aan deze Duinrellhel.
De afdaling is zoet en smaakt naar meer, maar ik maak niet voldoende goed en eenmaal beneden sterf ik voor de eerste keer, en ja u leest het goed, dan volgen er meer. Klopt! Ik word ingehaald door Erik van Leeuwen en Jurgen Kraan en… en… Mijn heup zit (nog) vast van eerdere avonturen en moet alles weer los laten breken door de fysiotherapeut, want ik cross als een slak op het zout. Vier keer sterf ik voor ik over het denkbeeldige lijntje in de bladeren kom. Maar: meedoen is belangrijker dan winnen, is het devies! Zo ook hier, want door mee te doen sta ik wel overall 2e op de korte cross in het klassement voor de felbegeerde prestigieuze gele Drie Paleizen Cross Cup Cirquit 2005/ 2006-trui (vanaf nu oneerbiedig ‘het truitje’ genoemd) en da’s toch niet niks, dat maakt alles goed (blij dat alle andere atleten van mijn trainingsgroepje thuisbleven).
Al met al lekker sportief bezig geweest op deze zaterdagochtend op de ´mooiste wedstrijd van Nederland´ volgens deelnemers, aldus de Haagsche Courant.
Ik hoop morgen meer te excelleren op de Hatibo Beach Run-Bike-Run die ongetwijfeld een net zo uitdagend parcours kent.
Wordt vervolgd…
Uitslag
Korte cross
2e Vincent Anker 18.59 13e Jan Fokke Oosterhof 22.04