Zeven medailles op Nationale Indoor U16
Sparta heeft zondag in Apeldoorn op de Nationale Indoor voor U16-atleten zeven medailles behaald: één gouden, twee zilveren en vier bronzen.
De opbrengst van zeven medailles en acht finaleplaatsen na een lange, boeiende atletiekdag was prima, maar de achttienkoppige Sparta-afvaardiging had met iets meer geluk ruimer kunnen scoren. Op beslissende momenten zat het echter niet mee.
Rik Faber (U16-M) mocht de hoogste trede van het erepodium beklimmen als gevolg van het winnen van de 300 meter. Hij maakte zijn favorietenrol waar. Het spektakel in de voorronde was groter dan in de finale, want toen verpulverde Rik het kampioenschapsrecord en zette het op een verbluffende 36,51 seconden.
Dat Rik met zijn maatje Quenten Kopra de eindstrijd van de 60 meter haalde, was met een blik op de snelste seizoenstijden geen verrassing. Dat Rik brons pakte en Quenten buiten de prijzen viel was minder dan waarop zij zelf hadden gehoopt, maar de concurrentie was ijzersterk, de start van Rik matig en de benen van Quenten vermoeid. Die laatste had er al een zware dag op zitten toen hij in de starblokken plaatsnam. In de ochtend had hij met een daverende sprong zich gekwalificeerd voor de finale bij het verspringen. Zijn 6,00 meter was slechts zes centimeter verwijderd van het clubrecord van Jeroen Boumans uit 2010.
Voordat Quenten zich mengde in de strijd om de verspringmedailles, wachtte de hoogspringmat. Als gebruikelijk stapte hij laat in, op 1,70 meter, en leek op koers voor de hoogste eer. Op 1,85 meter tuimelde de lat echter drie keer van de staanders en omdat zijn rivaal Sil Laarakkers van Ilion die hoogte wel bedwong, restte voor Quenten het zilver. In de finale van het verspringen bleef de magische grens van zes meter buiten bereik, maar een fraaie poging van 5,80 meter leverde brons op.
Als een prijs voor de meest constante prestatie zou worden uitgeloofd, dan zou Jurvandi Ortela (U15-M) de winnaar zijn. Zijn tijden op drie sprints van 60 meter waren achtereenvolgens 7.78, 7.78 en 7.74. Die laatste tijd bracht hem een schitterende zilveren medaille, slechts 0,03 seconden verwijderd van het goud. Jurvandi boekte ook succes bij het verspringen: een pr van 5,00 meter en zevende in de finale.
Het enige Sparta-meisje dat aan een ceremonie protocollaire mocht deelnemen was Lois Dekker (U15-V). Zij greep brons in haar laatste van drie pogingen: 10,31 meter was nodig voor brons, Lois zuchtte eens diep, legde aan en stootte de drie kilogram zware kogel naar 10,34 meter. Kantje-boord dus, maar zeer verdiend vanwege drie beurten boven 10 meter.
De eerste Spartaan die zondagmiddag eremetaal kreeg omgehangen was Mark Zupancic (U15-M). Hij werd derde op de 60 meter horden in exact negen seconden. Mark was de afgelopen weken niet helemaal fit en kon minder trainingsuren maken dan gewoonlijk. Een mooie bronzen plak was het maximaal haalbare.
Die kleur had Eva Rittershaus (U15-V) ook bijna in handen. In een geconcentreerd gelopen 1500 meter, waarin ze negentien tellen van haar pr sloopte, werd ze in derde positie op de streep nog net geklopt en kwam ze 0,02 seconden tekort om in de prijzen te vallen. Menig atleet zou daar chagrijnig van worden, zo niet Eva. Zij was superblij met haar sterke race en haar spectaculaire tijd, drie seconden boven het clubrecord van Nila Knoester.
Minder opgetogen waren Katinka Sijmons en Josien Weijers. Beide U15-atletes zouden met wat meer geluk de finale van respectievelijk kogelstoten en verspringen hebben gehaald. Katinka kwam één centimeter tekort, Josien drie. Ze baalden er stevig van. Katinka drong wel door tot de halve finale van de 60 meter horden, waarin ze zichzelf geen dienst bewees door een zeer trage start. Dat de race toch nog een pr opleverde was leuk, maar wierp ook de vraag op: wat als ze goed uit de blokken was gekomen?
Elise Blokland (U16-V) had op de 300 meter pech dat baan 5 en 6 van de rondbaan niet in gebruik waren. Daardoor bleef het aantal finalisten beperkt tot slechts vier. Elise werd in de kwalificatie zesde in een knappe tijd: 43,63 seconden.
Alle Sparta-atleten werden kundig begeleid door Martin Westendorp en George Portier, waarvoor hartelijk dank.