Masters beginnen goed aan competitie
Na de eerste dag van de Masters Competitie staat de mannenploeg van Sparta op plaats 21 van de nationale ranglijst. Dat is aanzienlijk beter dan in de afgelopen jaren.
Bij de vrouwen telde Sparta zondag in Terneuzen één deelneemster: Nicole Steijn. Zij schoof aan bij het team van AV ’40 en kon juichen om het verbreken van haar pr bij het verspringen en op de 200 meter. Helaas zijn er onvoldoende vrouwen binnen onze club bereid om aan de baancompetitie mee te doen. Hopelijk kunnen we vanaf volgend jaar een zelfstandig Sparta-team inschrijven.
De Mannen Masters van Sparta begonnen zondag aan hun competitieseizoen niet in de optimale bezetting. Niet alleen waren er een paar afzeggingen, van de atleten die wel hun spikes aantrokken, was een aantal niet geheel fit. Aan het eind van de lange dag op de baan van Scheldesport was de conclusie dat de Spartanen best tevreden mochten zijn over hun klassering, maar ook dat vrijwel niemand zijn topvorm haalde. Een uitzondering vormde Wessel Lasseur, die op de 100 en 200 meter 1373 punten verdiende. Had Wessel op de kortste sprint nog last van de veranderlijke wind die in zijn serie met 2,6 meter per seconde tegen zat, op de 200 meter waren de omstandigheden gunstiger en knalde hij naar een fraaie 25,12 seconden.
Op de langere loopnummers kon Coen Peelen gelukkig starten na rugproblemen in de week ervoor. Zijn eigen pr’s op 400 en 1500 meter bleven schot, maar zijn meedoen was al een meevaller. Ralph Smits liep ook de 1500 en scherpte zijn pr fraai aan met zes seconden. Op de 400 meter had de teamleiding behalve Coen ook Caesaré Belfor ingeschreven, maar calamiteiten op weg naar Zeeland zorgden voor vertraging en een DNS achter zijn naam. Bij het hoogspringen etaleerde hij later op de middag wel zijn kunnen: 1,45 meter was geen probleem, 1,50 meter mislukte op het nippertje. Tyronne Heerenveen maakte een verdienstelijk competitiedebuut op hoog met 1,65 meter en 4,41 meter op ver. Op dat laatste onderdeel pakte Dick Holstein de punten voor de ploeg met 4,18 meter. Zoals bekend geldt bij de Masters ‘age-grading’, waardoor een oudere atleet met een mindere prestatie toch meer punten kan scoren dan een jongere teamgenoot.
Bij de drie werponderdelen overtroffen de onzen zich niet. De persoonlijke records bleven buiten bereik van Ron Killeen (kogel, discus, speer), Roald Bakker (kogel, speer) en George Portier (discus). Die laatste maakte zich ook verdienstelijk met zijn fotocamera.
Op het slotnummer, de 4x100 meter, kwamen Wessel, Tyronne, Caesaré en Dick sterk voor de dag met de zesde plaats in een veld van zestien teams. Vlekkeloos was de race allerminst. De eerste wissel was huiveringwekkend laat en ook de derde haperde bijna. In dat licht was 52,13 seconden nog best een goede tijd.
Hans de Vries vormde in zijn eentje het tweede Masters-team. Zijn vurige wens om niet als laatste te eindigen in de nationale stand kwam uit: Hans soleerde naar plaats 57 van de 58 teams. Zijn dag was toen al geslaagd, omdat hij zijn eigen clubrecord speerwerpen in de categorie M70 met ruim drie meter had verbeterd en bracht op 18,74 meter.
Vorig jaar scoorden onze Masters ruim zeshonderd punten minder op de eerste competitiedag. Dat leidde toen tot de 26ste positie. Dit jaar ging het dus een stuk beter en dat dat toch niet leidde tot euforie, geeft aan dat de atleten zelf denken dat er nog progressie mogelijk is.