Beide Sparta-teams tiende in U18/U20-competitie, NK Teams lonkt
Na de tweede wedstrijddag van de U18/U20-competitie, zondag in Rotterdam, staat het eerste Sparta-team van zowel de mannen als de vrouwen op de tiende plaats van de nationale stand. De laatste wedstrijd op 9 juni in Zoetermeer zal beslissen over deelname aan het NK Teams in september, waarvoor de beste twaalf ploegen zich plaatsen.
De verschillen tussen de ploegen zijn zeer gering en daarom zal de apotheose in Zoetermeer zenuwslopend worden, maar er is genoeg reden voor onze junioren om die krachtmeting met vertrouwen tegemoet te zien. Liefst vijftien Spartanen van de ruim vijftig die beschikbaar zijn moesten zondag verstek laten gaan vanwege vakantie of blessures. En desondanks brachten we nog representatieve teams op de been. Vooral bij de vrouwen is het aantal goede atleten spectaculair groot, getuige het feit dat ons tweede team in de landelijke stand het hoogst genoteerd staat van alle tweede teams (plaats 37).
Het eerste team van de vrouwen zakte van positie zes naar tien. Het was niet verwonderlijk dat ze een paar plekken moesten prijsgeven, want tien afwezigen laten zich nu eenmaal moeilijk opvangen. De wind was op de Nenijto-baan van Rotterdam Atletiek erg grillig: wie geluk had kreeg een flinke duw in de rug, wie pech had liep tegen een onzichtbare muur op. Op de 100 meter horden (84 cm) troffen Djaya Belfor en Dané Goosen een rugwind van 3.1 meter per seconde, ze eindigden op dit onderdeel als eerste en tweede. Steeple-specialiste Zoë van Dam liet zien dat ze ook zonder balken en waterbak uit de voeten kan en finishte op de 1500 meter keurig als tweede, weliswaar twintig seconden boven haar pr, maar daar was de wind mede debet aan. In Zoë’s categorie (U20) stond geen steeple chase op het programma, voor de U18 wel. Op de 2000 meter steeple maakte Senne te Nijenhuis haar debuut en ze deed dat in een prima 7.47.02, goed voor plaats vier in de race in Rotterdam en aan het einde van de dag zesde op de nationale ranglijst van dit jaar.
Nubia Belfor miste op het nippertje 1.60 meter bij het hoogspringen. Met 1.55 en de derde plaats kon zij toch best tevreden zijn, want ze bracht voor het team het fraaie aantal van 779 punten aan. Op de Zweedse estafette werd het eerste team derde met 2.30,96. Jasmijn Bakker, Roshwita Holstein, Nubia Belfor en Chanel Derby schraapten zo 870 punten bijeen.
De mannen klommen op de landelijke stand drie posities, van dertien naar tien. Ze moesten op hoogspringen door afwezigheid van Dominique Tongambou Bouene 25 centimeter en dus een hoop punten prijsgeven, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door een aantal uitstekende prestaties. Angelo de Nooijer was terug van zijn trainingskamp in Spanje. Zijn 11,05 seconden op de 100 betekende een pr en de achtste tijd aller tijden van Sparta bij de U20. Ook zijn 22,74 seconden op de 200 meter brachten veel punten op. Sensationeel was het optreden van Rik Faber op de 400 meter, die hij bijna twee seconden sneller aflegde dan ooit tevoren. 52,67 seconden is de negende tijd aller tijden van Sparta bij de U18 en dan te bedenken dat Rik pas eerstejaars U16 is. Omdat de 400 voor deze categorie een incourant onderdeel is, bestaat er geen club- of nationaal record. Tien jaar geleden liep Robin Spoor – toch ook een prima atleet – 3,3 seconden minder snel dan Rik en dat gold tot zondag als de beste prestatie van een U16-atleet op dit zware nummer.
Als Benjamin van Bunge aanloopt voor het speerwerpen, dan zijn de Sparta-volgers tegenwoordig bij de les, nieuwsgierig als ze zijn wat hij nu weer in petto heeft. De ontwikkeling van deze U18-atleet gaat razendsnel. Zondag wierp hij het 700 gram zware gevaarte 48,60 meter ver: ruim anderhalve meter verder dan twee weken geleden in Zevenbergen en goed voor plaats acht op Sparta’s ranglijst aller tijden.
Op de 2000 meter steeple hielden Jaro van der Lugt en Justin van der Veen zich goed staande met respectievelijk plaats vier en vijf. Justin onderbrak voor deze wedstrijd zelfs zijn verjaardagsfeest, tot grote waardering van de ploegleiding. Beni Bankazi Mbuangi incasseerde, zoals van deze medaillewinnaar op zowel het NK outdoor als indoor mocht worden verwacht, flink wat punten bij het hinkstapspringen. Zijn beste sprong was 12,93 meter, slechts twaalf centimeter minder dan zijn beste optreden in het vorige outdoor-seizoen.
Beter dan de vrouwen konden onze mannen met de wind omgaan. Pr’s waren er voor Hidde Commandeur en Diego Westendorp (beiden op 1500), Benjamin Killeen dook voor het eerst op 200 meter onder de 24 seconden, Brend Goosen doorbrak op de 100 meter de grens van twaalf tellen en Vincent Bijl verbeterde zich ruim op beide sprintafstanden.
De grootste strijder was echter de veertien-jarige Aaron van der Lugt. Op het laatste moment aangemeld door zijn trainers Eimantas Zilys en Kamil Snellink, waagde Aaron zich aan zijn eerste polshoogwedstrijd. Hij deed het prima op dit moeilijke onderdeel. De aanvangshoogte vormde geen probleem, pas toen de lat naar 2,30 meter ging moest hij passen. Met 2,20 meter achter zijn naam schonk hij zijn team 270 zeer waardevolle punten.
Dank aan alle trainers, ouders en begeleiders voor de steun. Extra dank aan de atleten die in het belang van het team aan een onderdeel hebben meegedaan dat misschien niet hun favoriete is.